Gedachtenis nonkel Petrus

 
Beste André, Erna, Magda, Frans, familie, vrienden,

Drie jaar geleden stierf tante Josefine. Drie jaar geleden waren we ook hier allemaal samen aan deze tafel. Drie jaar geleden sprak ik hier over mijn verdriet, over ons verdriet omdat tante Josefine er niet meer was en haalden we herinneringen op over haar.
Nu wil ik dit ook doen voor nonkel Petrus. Samen even denken aan hem en aan zijn leven. Nonkel Petrus was de oudste van een ganse rij. En al moest ik soms tellen hoeveel zussen mijn moeder had, met de broers was dat geen probleem. Het waren er twee. De oudste en de jongste, de eerstgeborene en de laatst geborene. De oudste, nonkel Petrus, de grootste letterlijk, de serieuste en dan de kleinste ook letterlijk, nonkel Richard, de vrolijkste, de meest optimistische.
Op dagen als vandaag denk je aan je “roots”, je wortels, je afkomst. Zeker als je zo’ grote groep neven, nichten, kozijns ziet, velen al met hun kinderen en kleinkinderen erbij. Het was een vruchtbare struik die van Philemon de Vuyst en Maria van Laere. Met hoeveel zijn ze nu? Wie weet het?

Wat ik me herinner van nonkel Petrus?
- zijn boerderij en huis aan den ezel in Ninove
- zijn vele dieren en weide achteraan het huis
- de verhalen van mijn moeder over zijn melkronde in de stad
- zijn dooppeter zijn van broer William
- de nieuwjaarsbezoeken met de winterspelen op de TV die speelde.

Maar naast zijn boerenstiel herinner ik me vooral de intense gesprekken, het babbelen, niet over onnozelheden maar over alle mogelijke ernstige dingen. Over de wereld en zijn organisatie, het hoe en het waarom van het leven, de harde strijd om het bestaan, het vooruitgaan in het leven.
Ik herinner me zijn fierheid om wat hij allemaal had gedaan, bereikt. Hij vertelde over de oorlogen en de miserie die oorlog teweegbracht, zijn strijd om het dagelijkse brood voor zijn gezin, letterlijk.
Als iemand sterft verdwijnt een ganse wereld. Is zo. Met nonkel Petrus verdwijnt het leven van de vorige eeuw, 98 jaar verdwijnt. Op school leerden we geschiedenis met een grote G. Belangrijker voor ons eigen leven is de geschiedenis van mensen zoals nonkel Petrus. Deze zal niet in de geschiedenisboeken worden neergepend maar zal bewaard blijven in ons hart, zal doorwerken in ons eigen leven. Mensen als hij kenden armoe, niet de luxe van nu. Zij kenden oorlog, niet de grote vrede van nu. Zij leerden hoe kwetsbaar wij zijn. Wij die denken alles te kunnen. Geen honger of kou hebben gehad. Zij leerden zonder de grote middelen van nu te beseffen hoe wij afhankelijk zijn van die wereld en de vruchten die zij voortbrengt.

Denkend aan hen moeten wij denken aan onze kinderen en kleinkinderen. Hoe zal hun wereld er uit zien. Bush is weg vandaag. Nonkel Petrus zou er beslist zijn gedacht over gehad hebben.
Ik heb nonkel Petrus gezien na het sterven van tante Josefine, hoe hij verdriet had, hoe hij haar mistte. Hij bleef jong en gezond, toch voor “zijn leeftijd” zoals hij zei. Hij kon het relativeren. Hij is en blijft voor mij een voorbeeld omdat hij zo ernstig was. Hij, de broer van mijn moeder, was een stuk van mij. Ik ben hem dankbaar om wat hij mij gaf via mijn moeder en via de ganse familie. Ik ben hem dankbaar om wat hij deed voor William, zijn petekind.

Laat ons dan zo afscheid nemen en voortdoen zoals hij deed: vooruit, ernstig maar ook blij en optimistisch zoals hij ook kon zijn. Zoals ik ondervind dat de De Vuysten zijn: een vuist maar ook een hart dat helpt en onvoorwaardelijk zorg draagt voor wie hen dierbaar is.


Ninove, 2006