Dat ding daar.... wat is dat?

Ha... Ik snap het, het ... krijgt eten.

Wil ik ook...

Denderhoutem, 17 juli 2018


Het vervolg van het verhaal? Het is niet gelukt. Grootmoe lei snel haar fototoestel opzij, nam me stevig, zacht zoals alleen grootmoeders doen, in haar armen, gaf me een dikke knuffel en samen keken we verder, belangstellend, intens naar de likkebaardend tevreden ding.

En ietsje later kreeg ik mijn avondlijke volle fles lekkere melk. Maar toen was dat ding allang verdwenen, weg, waarheen???

PS2.

Mijn lieve schat: dat ding is gaan genieten van haar vrijheid, van haar territorium. Doch, wees gerust, lieve kleinzoon, het komt terug! Goede geesten keren altijd terug. Jouw warme thuis is ook haar thuis. En dat ding dat noemen wij 'kat' of 'poes'. Ach je hebt al veel geleerd sinds je nu al bijna negen maand geleden op de wereld kwam. Maar leren, ontdekken zul je je leven lang. Ik hoop een heel lang lang leven, vol met telkens nieuwe dingen, inzichten, ervaringen, belevenissen. We zullen je steunen, sturen, stimuleren. Ik maakte reeds vele gedichtjes voor en over jou. Hoe je leerde dingen vastnemen/grijpen, hoe je leerde kruipen.

Weet je, dat ding is eigenlijk geen ding. Wij mensenkinderen, klasseren, ordenen de dingen op deze wereld, stoppen hen stelselmatig, op wetenschappelijke basis, in functie van hun eigenschappen, kenmerken in vakjes. Twee hoofdcategoriën: de levende en de niet-levende dingen en dan één totaal buiten categorie: het geestelijke, het niet grijpbare, het door onze zintuigen niet waarneembare, hetgeen we niet kennen, begrijpen, tot hier toe kunnen verklaren, hetgeen we veronderstellen, geloven . Alles wat te maken heeft met wat wij noemen: het boven-natuurlijke , het metafysische, het zijn der dingen. Je hebt dus de dingen en daarbij nog eens het zijn der dingen. Amaai, behoorlijk ingewikkeld hé.

Maar terug naar dat ding. Behoort tot het dierenrijk, niet het plantenrijk. Ja er zijn ook nog vogels, insecten, bacteriën, virussen, ééncelligen... Ik stop met opnoemen, indelen. Je zult het gaande weg zelf leren, je moet nog beginnen met je broek te verslijten op de schoolbanken , zoals men zei in den ouden tijd. Zovele vakken waarin dat ding direct of indirect bij te pas komt. Ik denk nog maar bv aan biologie. Boeken, kasten, kamers vol je zul je moeten/mogen leren. Waar dat ding vandaan komt, het ontstaan van het leven op aarde, de aarde zelf, de wereld, het heelal, de kosmos, de evolutieleer van Darwin.

Ook hoe wij ooit, nog niet zolang geleden tot die evolutieleer gekomen zijn en hoe sommige mensen die evolutieleer niet aanvaarden. Hoe andere culturen, godsdiensten (geef me maar eens een definitie van cultuur, godsdienst, levensbeschouwing, religie) dat ding, die kat, want zo wordt het genoemd, als heilig beschouwden, als een god vereerden of anderen dan weer katten verafschuwden en hen ooit te pletter gooiden. Althans sommige exemplaren dan toch: die met een bepaalde kleur. Ook na zovele eeuwen mensheid is het nog steeds niet evident om te aanvaarden dat, om bij het voorbeeld van dat wezen, dat dier 'kat' te blijven, dat de kleur van een kat geen belang heeft ALS ze maar muizen vangt. Of beter wilt/kan/durft muizen te vangen. Daarbij natuurlijk veronderstellend dat muizen vangen haar opdracht is, haar levensdoel, haar taak. Wie bepaalt wat een ander doen moet/mag/kan/zal/wilt? En wat als ze niet wilt? Te lui, vadsig, gemakzuchtig is? Vrijheid/blijheid? Een ander dan maar muizen laten vangen voor u? Of gewoon wachten tot je eten krijgt, een welgevulde schotel voor je neus wordt gezet zoals dat ding van daarnet aan ons open schuifraam? Leven van liefdadigheid al dan niet uit noodzaak? En als je niks krijgt? Nergens bijhoort? Geen broertjes, zusjes, vriendjes, kameraadjes hebt, nergens bijhoort, alleen op de wereld? Wat als je geen thuis, opvang hebt? Honger hebt? Ziek, gehandicapt, te jong, te oud, niet in staat, onbekwaam bent? Wat dan? Op jacht gaan? Territorium uitbreiden? De wereld van iedereen? Zonder grenzen? Grenzeloos? Hoe ver, hoelang, waarheen? Hulp zoeken, krijgen, eisen?

Lieve kleine kleinzoon, grootmoe kan zo nog uren, bladzijden lang doorgaan. Over de zovele talen die wij mensen spreken, telkens andere klanken, een ander geluid, een ander woord voor dat ding, maar bedoelend hetzelfde. Leer maar vele talen, elke taal is een verrijking, heeft zijn eigen ritme, gevoeligheid, poëzie. Wat je zeker leren zult: cat, chat, gato, Kätze. Synoniemen ook kat, poes en soms ook nog dialectwoordjes. Je hebt geluk: voor kat, poes bestaat er geen Atoms, geen Vlaams dialectwoord. Oef, iets minder te leren.

Je zult leren over haar soortgenoten, familie, de katachtigen, de leeuw, de panter, de tijger. Over hun kleintjes, de welpjes, hun jongskens: lief en zacht, hulpeloos, kwetsbaar, net als jij. Of hoe soms die jongskens van de mensenkinderen, wij dus, als ze groter zijn, door sommigen plots minachtend, misprijzend zelfs 'jongeren' worden genoemd. Tenminste als ze zich niet gedragen, opstandig zijn, de regels der volwassenen, van de samenleving niet respecteren. Volwassenen soms zelfs angstig worden, schrik krijgen, hen niet langer de baas zijn. Opvoeden, schuld en boete, straffen, belonen. Ook dat ding, die kat leert haar jongskens duizend en een dingen, voedt hen op, leert hen hun wereld, de wereld kennen, leert hen wat nodig is om te leven, te overleven en ja later het leven door te geven. Ook hier, net als bij mensenkinderen lieve goede moeders, vaders, bezorgd, lief, toegewijd. Helaas ook anderen. Vreselijk die verwaarloosde dieren, verwaarloosde, verstoten kinderen. Zoveel verdriet, ellende. Hopen maar dat anderen, de groep, de gemeenschap, de soortgenoten, de samenleving hulp, steun bieden. Hopen.

Oei, straks wordt dit nog een echt dierenverhaal. Een beetje zoals de dierenfabels van La Fontaine. Moet je zeker lezen. Of beter ik zal ze je vertellen, voorlezen. De fabeltjeskrant. Mooie verhalen over dieren, dieren net als mensen of is het omgekeerd? Of allebei? Tenslotte zijn we allen gemaakt uit dezelfde grondstof, dezelfde basiselementen, oerelementen, de tabel van Mendelejev. De eenheid van alle materie, dood of levend. Het periodieke systeem van Mendelejev met alle elementen die op aarde voorkomen, logisch overzichtelijk georganiseerd in tabelvorm op basis van hun eigenschappen. Je zult nog zweten lieve kleinzoon als je die leerstof op je bord, of beter op je schoolbank krijgt voorgeschoteld. Maar mag ik wedden dat scheikunde, zo noemt dat leervak, je zal interesseren, je lievelingsvak wordt zoals het was bij je grootmoe, bij grootva én bij je vader?

En is het niet zo, ook goed. Leer dan maar andere dingen. Interesseer je dan voor andere aspecten van deze wereldbol. Er is zoveel...

Dus afgesproken, ik zoek de verhaaltjes over de luie krekel en de vlijtige mier, de ijdele raaf en slijmbal vos, de snelle haas en de trage schildpad, de stoute wolf en het zachte lam dat naar de slachtbank wordt geleid (al dan niet verdoofd). Moraliserend, opvoedend, belerend, saai? Ben ik dan toch soms een schooljuf zoals velen menen dat ik ben? Aanmatigend zoals me ooit veroordelend werd gezegd? Mag ik je leren over goed en kwaad? Menslievendheid, behulpzaamheid, zachtheid, verantwoordelijkheid, tederheid? Jazeker. Uitsluitend menselijke eigenschappen? Ook dieren kunnen lief en kwaadaardig zijn. De spreuk 'zijn als kat en hond' ontstond niet zomaar uit het niets. En spelen met de staart van de leeuw kan gevaarlijk zijn. Weet dat dit ding behoort tot de familie van de leeuw. Dus lieve kleinzoon, ik waarschuw je: trek nooit aan de staart van dat ding. Gegarandeerd dat het zich direct omdraait en je bijt met haar scherpe tanden, je krabt met haar scherpe nagels, dat je bloeden gaat. Op agressie volgt tegenaanval. Actie, reactie. Al dan niet wettelijke zelfverdediging. Of toch denk je dat dat ding zo maar over zich heen laat lopen, het onderspit wil delven, zich vrijwillig onderwerpt, haar lijf en leden, haar grenzen niet verdedigt? Zal ook afhankelijk zijn van kat tot kat, van dier tot dier. Zoveel variatie binnen elke groep van lief tot minder lief. Ik denk aan je overgrootva, een wijze boer in hart en ziel. Aan wat ik als kind op de boerderij leerde. Wij hielpen heel veel mee op het land, in de stallen, bij het verzorgen van de koeien, varkens. In de zomer als de koeien dorstig waren, wij hen water dienden te geven. Wel het waren steeds dezelfde die als eerste aan de drinkbak stonden, hun 'voorrecht' opeisten. De anderen moesten wachten. We kenden ze. Als kind vroeg ik me toen al af waarom die, ik zeg maar, die zwarte met haar grote vlek op linker schouder (we kenden ze allemaal, elke een individu, een koe apart) de baas was, méér mocht dan de anderen. Had George Orwell met zijn verhaal 'Animal farm' dan toch gelijk? Alle varkens gelijk, maar de ene meer gelijk dan de andere? Dat boek, die film moet je later zeker lezen/ bekijken.

Doch mijn lieve kleinzoon, het is vooral de mens, onze soort , de meest succesrijke op deze wereldbol, 8 miljard, bijna negen, weldra tien miljard, de verst geëvolueerde op de evolutieschaal die het meest extreem kan zijn, de uitersten kan bewandelen, die zowel superengel als superduivel kan zijn. Wie gedraagt zich als engel, wie als duivel? Desnoods een duivel in een wijwatervat. Waarom? Oorzaak? Gevolg? En wat met de natuurwetten, de jungle? Het veroveren, veroverd worden? Wie veroverd? Wie wordt veroverd? Het eten, gegeten worden? Wie eet ? Wie wordt gegeten? En zo zijn we weer bij dat ding beland, dat ding dat eet...

Kijk lieve kleinzoon, het wordt avond, de warme zomerzon gaat stilaan onder. Een grote zwerm vogels strijkt neer in de lindebomen, vader's grote reuze lindebomen. Ooit door mij en grootva zelf geplant. De zwarte kraaien, ze kwetteren honderduit. Hels lawaai. Weerom kijkt je je ogen uit. Alles nieuw voor jou, alles ontdekking, avontuur. Je kijkt me aan, ogen vragend groot. Wenst een antwoord. Zovele diersoorten. Vliegende, kruipende, lopende, zwemmende... Opnieuw gaven wij ze namen, beeldrijk, grappig, uniek. Een Brabants trekpaard bv of de Vlaamse gaai, of een roodborstje. We deelden ze in. Welke criteria, welke basis, welk oordeel? De mens als heerser, baas, rechter, eigenaar? Terecht, ten onrechte? Sommige vinden we lief, nuttig, mooi, anderen helemaal niet. Sommige zijn onrein, slecht, onaanraakbaar, onmiddellijk te vernietigen, schadelijk, gevaarlijk, angstaanjagend. Of gewoon gekweekt, gefokt, al dan niet in diervriendelijke omstandigheden ter nut, hulp, genot en vermaak van onze soort: melk, vlees, kleding en nog zoveel meer nuttige/onnuttige dingen. Anderen soms duizend maal beter behandeld dan sommige mensen, verafgood, vereerd, verheven tot vriend, levensgezel, gezelschapsdier, soms tot de goddelijke status.

De vogels, ze vliegen rond en rond en je hoofdje draait mee. Dan gaan ze zich nestelen tussen de bladeren, verstoppen zich als het ware, zijn spoorloos, verdwenen, weg. Alleen nog hun gekrijs is te horen. Je snapt het niet. Ik zie je denken. Denk ik toch. Je brein, ja wat denkt jouw brein? Welke biochemische processen spelen zich daar nu af? Voor het eerst nieuwe verbindingen, reacties, contacten. Het unieke leerproces. Ondertussen snappen we het al een klein beetje. Beseffen te weinig het wonderlijke gebeuren. En dat wonderlijk gebeuren mag ik met jou en door jou meemaken. Dank lieve kleinzoon. Ontwikkel je brein, je geest, je denkvermogen. Analyseer, ontdek, studeer, vergelijk. Kritisch, vrij, ongeremd. Onderwerp je niet. Zeker niet zomaar. Heb ambitie. Doe goed, supergoed waarin je goed bent. Geef niet op als het moeilijk is, onbegrijpbaar is. Besef hoe wankel, kwetsbaar elke leven is, je brein, je lichaam. Een defect, een mini klontertje bloed of andere verstoppende elementen, even wat zuurstof te kort, een rake klap... en hop het denk-feest, de controle voorbij. Computer kapot. Het leven, het menselijke leven kapot? Enkel nog lichaam? De relativiteit én belang der dingen, van het leven. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan.

Kom, hoogtijd om jou je lekkere papfles te geven. Kijk vader, mama, je twee zusjes, eigenlijk staan ze allemaal te springen om jou die fles melk te mogen te geven. En als je twee broertjes, grote broers moet ik eigenlijk al zeggen, als zij hier bij hun vader, jouw vader zijn, doen ze evenzeer mee aan de concurrentieslag om jou te verwennen, vast te nemen, mee te spelen. Gezondheid lieve schat, groei, bloei, wees gelukkig, je leven lang. En denk later bij het zien van zo'n etend ding nog eens aan je grootmoe. Grootmoe, ergens, ja wie weet waar, god weet waar, ergens al ware het nog maar gewoon in je gedachten, in je hart.

Maar dat is stof voor een ander verhaal.