Concert

 

Stadsfeestzaal
rode loper in goudbrokaat
eeuwen geschiedenis onder kristallen licht
vlaggen poneren macht
de stilte gewijd
stijf deftig de heren dames
gewichtig in eigen dunk.
Dan de tenor zingend zijn ziel
weg uit lijf en leden
de pianist strelend de noten
oefenend zijn vingers
tot vlinders zwevend naar ijle luchten.
Twee kleine, mij onbekende hummeltjes
geprangd tussen opvoeders in roerloosheid
rukken zich los
rennen naar hun grootmoe.

Eindelijk leven in de brouwerij.